De tentoonstelling ‘Essentieel gekleurd’ is te zien t/m 30 juni 2024 in de MUGA.
Voor Pieters begint elk werk met de keuze voor formaat van het werk en de compositie. Als die twee randzaken helder zijn, start haar zoektocht naar de juiste kleur. Kleur is voor het werk van Pieters essentieel. Om de goede kleuren te pakken gebruikt ze de encyclopedie van kleurcombinaties van Sanzō Wada (1883-1967), een Japanse kunstenaar die leefde en werkte ten tijde van de Japanse avant-garde kunst. Wada was zijn tijd ver vooruit in de ontwikkeling van 348 traditionele en westers beïnvloede kleurencombinaties. Deze formules, gebaseerd op CMYK, gebruikt Pieters voor het mengen van haat verf.
Tot zover wordt het maakproces tot in de puntjes geregisseerd door Pieters. Zodra de olieverf het doek of paneel raakt, verliest de kunstenares naar eigen zeggen de controle. Ze kan nooit met zekerheid zeggen hoe de verf zich zal gedragen en hoe de verfkleuren elkaar beïnvloeden. Een deel van het werk blijft onaangeraakt. Dit kan worden gezien als de natuurlijke horizon. Het is niet mogelijk verder te kijken, wat zich achter de horizon afspeelt blijft onbekend. Het lijkt een symbolische verwijzing naar enerzijds een verstoring en anderzijds het juist niet aantasten van het landschap.
Het schurende ingrijpen door de mens in natuurlijke processen om deze processen te beschermen intrigeert Pieters. Windturbines en zonneparken lijken voor haar noodzakelijk kwaad. Het aanwenden van deze onnatuurlijke elementen ten behoeve van natuurlijke elementen is een tegenstelling waar zij maar moeilijk haar positie in kan bepalen. Pieters verlangt daarom naar het essentiële in de natuur: land, water en lucht. Ze vangt de pure elementen die ongrijpbaar zijn van vorm en kleur in haar doek. De verstilde werken van Pieters geven de beschouwer daarmee alle ruimte voor een eigen invulling. Zo beleven zowel kunstenaar en beschouwer een persoonlijk moment als een opname zonder ruis.